Zo stel je dual booten in met Windows 11 en Linux: Stap voor stap uitgelegd

Wil je snel switchen tussen Windows 11 en Linux zonder twee computers aan te schaffen? Dan is een dual boot setup een goede oplossing. Maar, eerlijk is eerlijk: het is niet zo simpel als ‘Next’ blijven klikken — er komt wat voorbereiding bij kijken. Zorg eerst dat je genoeg vrije schijfruimte hebt en dat je een USB-stick hebt van minimaal 4GB (meer mag altijd). Je zult je harde schijf moeten partitioneren, Linux daarop installeren en vervolgens je bootloader aanpassen zodat je kunt kiezen welk OS je opstart. Hieronder een praktische gids gebaseerd op mijn eigen ervaringen. Hopelijk scheelt het iemand een hoop gedoe!

Hoe stel je dual boot in met Windows 11 en Linux

Eigenlijk betekent dual booten dat je twee verschillende besturingssystemen op één computer hebt, en bij het opstarten kun je kiezen welke je wilt gebruiken. Handig als je bijvoorbeeld Windows nodig hebt voor werk en Linux voor hobbyprojecten of programmeren.

Stap 1: Maak een back-up van je data

Neem dit serieus. Het aanpassen van partities en bootloaders kan wel eens misgaan, waardoor je data kwijt kunt raken. Sla dus je belangrijke bestanden op een externe schijf of in de cloud op. Het is gewoon een geruststellende gedachte, zeker omdat Windows soms ingewikkeld doet bij het partitioneren. Soms gaat er iets mis als je niet oppast, dus back-up is verstandig.

Stap 2: Maak een nieuwe partitie op je harde schijf

Dit is de plek waar Linux komt te staan. Open Windows’ Schijfbeheer (druk op Win + X en kies Schijfbeheer of zoek ernaar). Klik rechts op je hoofddisplay en kies Volume verkleinen. Hoeveel ruimte? Zo’n 20-50GB is prima voor een test, meer als je van plan bent veel te installeren. Nadat je hebt verkleind, kun je een nieuwe partitie aanmaken. Format deze als ext4 als je het later zelf wilt doen, maar de Linux-installer kan dat meestal ook voor je doen. Belangrijk: laat je Windows-partitie intact — dat voorkomt problemen.

Sommigen kiezen ervoor om een niet-formatteerde partitie aan te maken en Linux de filesysteemvorming te laten regelen. Het draait vooral om dat je genoeg ruimte vrijmaakt en Windows niet overschrijft.

Stap 3: Maak een USB-installatie van Linux

Download een Linux-distributie, bijvoorbeeld Ubuntu (dat is gebruiksvriendelijk). Haal de ISO van Ubuntu’s website. Vervolgens gebruik je bijvoorbeeld Rufus (Windows) of Etcher (Mac/Linux) om de ISO op je USB-stik te branden. Kies bij het maken van de bootmedia het juiste station en, in Rufus, de juiste ‘Partition scheme’ (MBR of GPT). Bij moderne computers werkt GPT + UEFI meestal het beste. Reboot daarna en ga de BIOS/UEFI in (druk op bijvoorbeeld F2 of Del, afhankelijk van je merk). Zet de USB op de eerste plek in de bootvolgorde. Soms moet je Secure Boot uitzetten, omdat dat kan blokkeren dat Linux opstart – Ubuntu gaat daar meestal soepel mee om, maar andere distributies niet altijd.

Stap 4: Installeer Linux op de nieuwe partitie

Start op vanaf je USB (je ziet meestal een bericht: ‘Druk op een toets om vanaf USB op te starten’). De Linux-installatie begint. Kies bij de partitioneeropties vaak voor ‘Installeren naast Windows’. Als dat niet wordt aangeboden, kies je voor ‘Handmatig’ of ‘Something Else’ en selecteer je de partitie die je eerder hebt gemaakt. Format deze naar ext4 en stel de mount point in als /. Tijdens de installatie wordt automatisch de GRUB-bootloader geïnstalleerd — dat is het menu dat je aanbiedt de keuze te maken tussen Windows en Linux bij het opstarten.

Let op: op sommige systemen kan de installer de Windows-bootloader overschijven of het niet herkennen. In dat geval moet je later de Windows EFI-bootsector herstellen, bijvoorbeeld met Windows Herstel of via commando’s zoals bootrec /fixboot. Soms helpt ook het opnieuw installeren van GRUB.

Stap 5: Pas je bootmenu aan

Na de installatie start je opnieuw op en zou GRUB moeten verschijnen met beide systemen erin. Als Windows niet zichtbaar is, run je in Linux in de terminal sudo update-grub. Dit scant je systeem en voegt Windows toe aan het menu. Bij sommige laptops moet je misschien de bootvolgorde in BIOS opnieuw instellen, of de boot menu gebruiken (F12 of vergelijkbaar) om te kiezen voor GRUB EFI-bestand.

Soms is het even prutsen; de ene PC toont direct het juiste menu, de ander moet wat BIOS- en reparatiewerk verrichten om alles goed te laten lopen. Maar dat komt meestal goed.

Tips voor een goede dual boot setup

  • Maak genoeg ruimte vrij: Controleer altijd je partities voordat je gaat verkleinen. Een foutje kan tot problemen leiden.
  • Check hardware-compatibiliteit: Sommige nieuwe hardware (zoals Wi-Fi-kaartjes of GPU’s) werken niet meteen met Linux. Zoek van tevoren op of er speciale drivers nodig zijn, bijvoorbeeld iwlwifi voor Intel Wi-Fi of Nvidia-proprietary drivers.
  • Gebruik LTS-versies: Als je stabiel wilt werken, kies dan voor lange-termijnondersteunde versies zoals Ubuntu LTS of Debian stable. Minder verrassingen.
  • Maak regelmatig backups: Niet alleen van je bestanden, maar ook een volledige systeemimage van Windows. Als het misgaat, herstel je sneller.
  • Leer de basis van Linux: Een beetje kennis van commando’s zoals sudo apt update of gewoon door het gebruiken van de terminal, scheelt veel frustratie bij troubleshooting.

Veelgestelde vragen

Wat is dual booten?

Dat betekent dat je twee besturingssystemen op één PC hebt, en bij opstarten kunt kiezen welke je wilt gebruiken. Het is niet moeilijk, maar wel belangrijk om voorzichtig te zijn met partities en upgrades, anders wordt het rommelig.

Kan ik later één OS verwijderen?

Ja, meestal door de partitie te verwijderen en de bootloader aan te passen, bijvoorbeeld door Windows’ boot manager te herstellen. Vergeet niet eerst je data te back-uppen.

Maakt dual booten je computer langzaam?

Nee, niet echt. Elk OS draait onafhankelijk van elkaar. Het meeste voordeel is dat je geen virtual machine hebt, maar gewoon echt een dual boot hebt.

Heb ik een aparte Windows-licentie nodig?

Nee, je bestaande licentie is genoeg. Als je dezelfde Windows-versie gebruikt, hoef je niks extra’s te kopen.

Kan ik ook andere Linux-distributies gebruiken?

Zeker. Het proces is vergelijkbaar. Mint, Fedora, Arch… kies wat je het prettigst vindt en volg dezelfde stappen.

Kort overzicht van de stappen

  • Maak een volledige backup.
  • Maak een nieuwe partitie met Diskbeheer.
  • Maak een opstartbare USB met Rufus of Etcher.
  • Start op vanaf USB en installeer Linux, kies ‘Install alongside Windows’ of vergelijkbaar.
  • Werk je bootloader bij en pas BIOS-instellingen aan indien nodig.

Tot slot

Het opzetten van dual boot is niet de makkelijkste klus, maar het is zeker de moeite waard als je wilt kunnen switchen tussen Windows voor je werk en gaming, en Linux voor privacy of experimenten. Denk vooral aan back-ups en neem de tijd. Daarna heb je binnen enkele seconden beide systemen beschikbaar. Het is echt een lekker gevoel. Hopelijk helpt deze gids je op weg!

Samenvatting

  • Back-ups maken, altijd.
  • Wees zorgvuldig met partitioneren.
  • Maak een USB-installatie van je favoriete Linux.
  • Installeer Linux en kies de juiste partitie.
  • Fix je bootloader en pas BIOS/UEFI aan indien nodig.

Succes en veel plezier met dual booten!